“De Trein”
Ik zat in een natte, vochtige, beslagen treincoupé, zo eentje waar men met drijfnatte kleding zit door het onweer wat het land al weken teisterde. Er kwam een Portugees/Spaans uitziende man schuin tegen over me zitten bij het raam in de trein. Wat mij opviel was dat de man een zeer vriendelijk uiterlijk had. Ondanks zijn lange, natte, zwarte haren die hij in een knot had opgestoken met een potlood en zijn toch zeer zwaar uitziende weekeindbaard oogde hij heel erg vriendelijk. Hij pakte zijn rugtas tussen zijn benen vandaan om daar vervolgens twee stukken papier uit tevoorschijn te halen. Hij pakte zijn potlood en begon te schrijven op een van de twee stukken papier.
Aan de andere kant van het gangpad zaten een paar werklieden gekleed in hun gele regenkleding. Zo te zien zaten die al wat langer in de trein omdat zij al helemaal droog waren. Aan de kant van het raampje zat een vrouw. Ze zat aan dezelfde kant als ik. Ik vatte een glimp op van haar gezicht in de spiegeling van het raam toen een van de werklieden voorover boog om in zijn tas te kijken. Als vuur was de kleur van haar haar en ik zag dat het over haar kraag heen stak met grove krullen. Haar huid was zo blank als het fijnste porselein. Haar ogen waren licht groenachtig en fel heel erg fel, zo zag ik in de reflectie van het raam.
De schrijvende man keek ineens op en keek mij recht in de ogen en vervolgens wendde hij zijn blik af richting de overkant van de coupe. Je kon gelijk aan zijn gezicht zien dat hij dus niet naar de werklieden aan het kijken was. Het was een blik met een grote frons van zijn wenkbrauwen en vreemd genoeg ging hij gelijk weer door met schrijven. Hij schreef alsof het vuur uit zijn potlood kwam, verder voorovergebogen schreef hij zeer snel de ene zin na de andere weg.
Niet veel later pakte hij het nog lege stuk papier en ging daar mee aan de slag. Met zijn ranke piano vingers vouwde hij de ene na de andere lijn in het papier. Ik had geen idee wat hij aan het doen was. Wel leek het er op alsof dit alles in slow-motion ging, alles bewoog in de trein behalve de handen van de man. Met Zwitserse precisie vlogen zijn vingers kris kras over het papier. Tot nu toe had ik echt geen idee wat hij aan het doen was. Het leek wel een race tegen de klok die hij moest winnen op een of andere manier.
De trein stopte en de man met de opengeslagen krant tegenover me ging weg. Evenals de drie bouwvakkers en nog wat andere forenzen. Daar zat ze dan, de dame in het mysterieuze zwart met haar vuur rode haar. Ze keek me aan met haar nog groenere ogen dan dat ik gezien had in de reflectie van de trein. Niet onder de indruk of wat keek ze weer strak naar buiten door het raam. Ze sloeg haar rechterbeen over haar linker standbeen heen. Een heel klein stukje van haar rode jurk was zichtbaar, net niet genoeg om te kunnen zien wat voor een jurk het was. Ik vermoede een soort van gala jurk die ze op omgeslagen had voor het slechte weer. Niet veel later gleed een stuk van haar regenjas van haar been en ja hoor! Prachtig fijn geweven zijde stak onder haar zwarte regenjas uit.
De man was nog aan het vouwen en opeens kreeg het vouw werk vorm. Verrek dacht ik, die man zit dat Chinese priegel werk te doen. Uhm hoe heet dat ook al weer dacht ik.. Origami 3d vouwen dat was het! Het was een klein zwaantje van ongeveer een centimeter of vijf a zes hoog.
“Goedemiddag”
Klonk hard door de coupe heen, een grote snor dragende conducteur vroeg om de plaatsbewijzen. Ik schrok er van en dook gelijk mijn tas in om het kaartje te zoeken. Na wat gepruts in mijn tas kwam ik er achter dat ik hem in mijn binnenzak gestoken had. Alstublieft sprak ik tegen de conducteur, die me vervolgens een knikje gaf. Hij roste zijn stempel knippert over mijn kaartje heen en kreeg hem terug met een onleesbaar blauwe inktstreep. Stapt u nog wel even over zo meneer zei hij met norse stem tegen me. Ik zei natuurlijk meneer en bedankte hem voor het helpen herinneren. Mijn vermoeden was dat de man de rode diva ook had zien zitten.
“Blaboem”
Met ferme klap en knisperend geluid sloeg de scheidingdeur van de trein dicht! Ik schrok op van deze knal en keek verdwaasd om me heen. De mooie man bij het raam was verdwenen en ook zijn papier met zijn tekst en de gevouwen Chinese zwaan. Geen idee hoe hij zo snel kon verdwijnen zou hij op de vlucht geweest zijn voor de conducteur?
Schuchter keek ik toch nog wat verdwaasd om me heen. En zag dat de vrouw in het rood een brief aan het lezen was. En verrek, kijk nou daar bij het raam, daar op het tafeltje… de wit gevouwen papieren zwaan. Aan de uitdrukking op haar gezicht kon ik zien dat het haar behoorlijk aangreep wat zij aan het lezen was. En vanuit het niets kwam een moordende schreeuw uit haar keel. “Neeeeeeeeee” en ze sloeg met gebalde vuist op de witte zwaan die verpulverde onder dat geweld.
Ze gilde met zo’n toon die je alleen maar kan horen als mensen in paniek zijn of in doodsangst verkeren. Haar stem ging door merg en been, het greep me zelfs naar de keel!
Als een zware keelontsteking voelde het aan, in een soort van paniek stond ik op om snel weer aan de overkant te gaan zitten. De plek waar de Portugees had gezeten en net op dat moment gaat alles heel erg snel. Grote dikke tranen vielen als kiezel steentjes op haar jas en brief. Mijn god dacht ik wat moet er in die brief gestaan hebben die de man net geschreven had. In een soort van motion blur zie ik haar opstaan en gelijk weer gaan zitten. Haar zwarte regenjas is veranderd in een bruine jas. Ze heeft mooi ,lang ,blond haar en draagt geen rok maar een zwarte spijkerbroek met sneakers. Wel is de vrouw met grote ogen een brief aan het lezen. Als verstijfd zie ik in het raamkozijn het gevouwen papieren witte zwaantje staan. Dat met hard zonlicht een grote schaduw achterlaat.
Verbaasd kijkt ze naar de brief met de zwaan en zie ik haar lippen bewegen als of ze aan het voorlezen is. Net voordat ze me aankijkt hoor ik de speaker schallen dat ik moet overstappen. Ik sta op en ze kijkt me aan en we speken samen in een echo…
Goedemiddag!
Ze keek me aan met haar tot aan de rand gevulde, betraande ogen. Na een knikje sloeg ik rechtsaf en liep de coupe uit. Waarmee ik verdween in de mensenmenigte. Wie de vrouw was geen idee, waar het verhaal vandaan komt weet ik al helemaal niet. Het vermoeden is dat het van de koorts is. Er zit wat dwars en heb geen idee wat. Normaal val ik altijd als een blok in slaap maar dit keer niet. Het verhaal bleef ook maar terugkomen tot in het kleinste detail toe.
Moraal van het verhaal: niet alles wat je ziet is echt, Het kan fictie zijn of bedrog. Dat wil niet zeggen dat we niet wat vriendelijker tegen over elkaar kunnen zijn in deze harde, kille wereld.
Ik ga proberen te slapen, en wie weet zit er een foto in 🙂
Groet Koorts